De LGBTQIA+ gemeenschap

De LGBTQIA+ gemeenschap – Wie zijn ze en hoe kan je hen ondersteunen?

Marie

Lifestyle en big smile - als Marie even niet bezig is aan nieuwe onderwerpen te werken, brengt ze haar tijd het liefste door met een glaasje wijn bij haar vrienden, met een spelletje kaarten of met een leuke serie. Na haar studie economie dook ze in de wereld van branding en webshop begeleiding, om haar creativiteit de vrije loop te laten. Mooie decoratiestukken en interior hacks toveren bij haar steeds een lach op het gezicht.

Gelukkige pride month! Elk jaar komen de mensen van de LGBTQIA+ gemeenschap samen om de diversiteit in onze samenleving te vieren en om aandacht te vragen voor ongelijkheid en discriminatie. Want jammer genoeg is de vrijheid om jezelf te zijn nog niet altijd zo vanzelfsprekend als we denken. Daarom organiseert de LGBTQIA+ gemeenschap elk jaar de pride month met als doel op te komen voor de eigen rechten en om de strijd aan te binden tegen vormen van onvrijheid en uitsluiting. De eerste keer dat de pride maand georganiseerd werd, was dat ter herdenking van de protesten in de Stonewall Inn op 26 juni 1969 in New York. Deze protesten waren ook aanleiding tot het ontstaan van de Christopher Street Day, vernoemd naar de straat waarin de bar zich bevindt.
Tijdens de pride month herdenken we al diegenen die tijdens de strijd om hun rechten om het leven kwamen en promoten we een vredig samenzijn van elkeen. De LGBTQIA+ gemeenschap organiseert in die maand bijeenkomsten om op te komen voor hun rechten en waarden zoals tolerantie en diversiteit uit te dragen. Vandaag hebben we een paar begrippen op een rijtje gezet en kom je te weten waarvoor de letters LGBTQIA+ staan, wat het begrip allies betekent en hoe je de LGBTQIA+ gemeenschap ondersteunen kan.

Waarvoor staan de letters LGBTQIA+?

Toegegeven, zelf als lid van de LGBTQIA+ gemeenschap is het niet altijd makkelijk het steeds groeiende aantal termen te kennen en te begrijpen. Maar het is altijd goed om iets bij te leren. Wanneer je beter over het thema geïnformeerd bent, wordt het makkelijker zelf voor meer inclusie te zorgen of bepaalde kenmerken en voorkeuren bij jezelf te herkennen. Door kennis te verspreiden zetten we allemaal een stap in de goede richting en werken we er samen aan elkaar beter te begrijpen en onderwerpen die taboe zijn te normaliseren. Maar waarvoor staan nu al deze letters en symbolen? Net zoals er enorm veel mensen bestaan, zijn er heel wat verschillende soorten identiteiten en seksualiteiten, net zoals er ook mensen zijn die zichzelf in meerdere of geen enkele van deze begrippen thuisvoelen. Laat ons dus eens een kijkje nemen waarvoor de letters en symbolen in de afkorting LGBTQIA+ staan.
  • L = Lesbian. Een persoon die zichzelf als vrouw definieert en die zich aangetrokken voelt tot andere vrouwen.
  • G = Gay. Een persoon die zichzelf als man definieert en zich aangetrokken voelt tot andere mannen. Bovendien wordt het begrip ook als verzamelbegrip voor homoseksuele mensen gebruikt.
  • B = Bisexual. Een persoon die zich zowel tot mannen als vrouwen aangetrokken voelt. Daartoe behoren ook transseksuele of non-binaire personen. Panseksualiteit zou je dan kunnen zien als een uitbreiding daarvan, zij voelen zich namelijk aangetrokken tot een persoonlijkheid en niet tot een geslacht.
  • T = Trans*. Een persoon die zichzelf niet identificeert met zijn/haar biologische geslachtskenmerken. Sommigen onder hen laten zich ombouwen tot het andere geslacht. Trans* is het inclusieve verzamelbegrip voor heel wat binaire en non-binaire* genderidentiteiten. Ook de begrippen 'transgender' en 'transsexueel' worden onder het begrip geclassificeerd, hoewel vele trans*-personen het begrip afwijzen omdat hun genderidenteit niet noodzakelijk in overeenstemming is met hun seksualiteit.
  • Q = Queer/Questioning. Het woord ‘Queer’ ('zonderling', 'vreemd') werd in de Verenigde Staten vroeger als belediging gebruikt als verwijzing naar de onconventionele levensstijl van personen uit de LGBTQIA+ gemeenschap. Uiteindelijk werd het als positieve zelfverwijzing gebruikt en vandaag is het een echt verzamelbegrip geworden. 'Queer' omvat alle genderidenteiteiten en seksuele geaardheden die van heteroseksualiteit en cisseksualiteit afwijken en symboliseert de grote seksuele diversiteit die er onder mensen bestaat. Er zijn tal van leden van de LGBTQIA+ gemeenschap die zichzelf 'queer' noemen. Questioning ("vragend') zijn personen die hun seksuele of romantische geaardheid en/of hun genderidentiteit in vraag stellen. Over het algemeen identificeren ze zich (nog) niet met een van de begrippen die onder ‘LGBTQIA+’ vallen.
  • I = Intersex. Intersekse is een conditie waarbij mensen met een lichaam worden geboren dat zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken bezit. Bijgevolg kunnen ze niet duidelijk binnen een binair geslachtssysteem geplaatst worden. Andere benamingen zijn 'tussen de geslachten' en 'inter'*.
  • A = Asexual. Een persoon die romantische gevoelens kan hebben en relaties kan aangaan, maar geen seksuele behoeftes heeft tegenover anderen. Die persoon kan behoefte hebben aan intimiteit, terwijl het verlangen naar seksuele interactie bijna volledig of volledig kan ontbreken. Voor aseksuele personen wordt soms ook het begrip 'ace' gebruikt.
  • De + staat voor alle mensen die zich niet met één van deze begrippen kunnen identificeren of die zichzelf onder meerdere begrippen classificeren. Identiteit en seksuele voorkeuren vormen samen een gigantisch spectrum, waardoor het acroniem ongebruikelijk lang zou worden als we voor elke vakterm een letter zouden toevoegen. Het is ook moeilijk het begrip af te ronden, aangezien iedereen anders is en zijn eigen realiteit anders waarneemt. Je kan dus moeilijk zeggen: Nu zit iedereen erbij. Toch zijn deze termen een goede start om diversiteit beter te leren kennen en te begrijpen. In de volgende alinea ga ik verder in op enkele begrippen die je erbij helpen je kennis over het onderwerp uit te breiden.

FLINTA*, Gender, Allies en meer - Een aantal van de belangrijkste begrippen

  • FLINTA*: Het begrip FLINTA* verwijst naar alle personen of groepen van personen die in de maatschappij gemarginaliseerd of uitgesloten worden omdat ze geen cisgendermannen zijn. Bij FLINTA*-personen gaat het om hetero- en homoseksuele vrouwen, lesbiennes, inter-* en trans*-personen. Ook agender-mensen behoren tot deze groep. Agender-personen zijn mensen die zichzelf niet met een bepaald geslacht identificeren. Het kan ook zijn dat ze het begrip geslacht afwijzen. Belangrijk is dat het hierbij gaat over de geslachtsidentiteit en niet over de seksuele oriëntatie of geslachtskenmerken. Het sterretje in de afkorting staat voor alle verdere groepen die te maken kunnen krijgen met discriminatie. Het begrip FLINTA* wordt vooral gebruikt in het kader van gebouwen of events die exclusief bedoeld zijn voor leden van de FLINTA-gemeenschap en hen zo bescherming bieden.
  • Bescherming: Om dat te doen bestaan er plaatsen en evenementen, georganiseerd of uitgebaat door mensen die zelf al eens het slachtoffer werden van discriminatie of goed op de hoogte zijn over het thema. Het doel van deze faciliteiten is het om leden van de FLINTA* of LGBTQIA+ gemeenschap een plaats te bieden waar ze zich veilig voelen en waar ze niet te maken krijgen met verbaal of fysiek geweld. Het is de bedoeling dat gelijkgezinden en mensen die in hun leven met gelijkaardige problemen te kampen kregen, zich op deze plek vrij kunnen voelen en zichzelf kunnen zijn.
  • Gender: De socio-culturele genderidentiteit of genderrol van een persoon. Hierbij wordt niet het biologische geslacht bedoeld. Je genderidentiteit bepaal je zelf en hoewel veel mensen vinden dat de geslachtsrol bepaald wordt door de lichamelijke kenmerken, hoeft dit niet persé het geval te zijn. Denk maar aan bepaalde trans*-personen die geen bepaalde genderrol op zich willen nemen.
  • Cis(gender): De term cisgender beschrijft een persoon van wie de genderidenteit overeenstemt met het geboortegeslacht. Zo kan een cis een persoon zijn met vrouwelijke geslachtskenmerken die zich ook als vrouw identificeert en zich dus als het ware ‘vrouw voelt’ of een persoon met mannelijke geslachtskenmerken die zich als man identificeert en zich dus ‘man voelt’.
  • Non-binair*: Verzamelbegrip voor alle genderidentiteiten die niet mannelijk of vrouwelijk zijn. De heteronormatieve waarden in onze maatschappij maken het echter niet makkelijk deze termen te begrijpen. Non-binaire mensen - ook wel ‘gender-queer' genoemd - kunnen zich zowel man als vrouw voelen, ofwel geen van beide. Deze categorie omvat echter nog tal van andere termen zoals 'genderfluide', ‘pan-gender’ en ‘polygender’. Bij genderfluide mensen gaat het om personen van wie de genderidentiteit van tijdelijke aard is. Pan-gender is een genderidentieit waarbij men zich in elk geslacht thuisvoelt en polygender betekent dat iemand verschillende genderidentiteiten op zich neemt. Al deze begrippen vallen onder de term 'non-binair*'. Binair verwijst namelijk naar een systeem met twee keuzemogelijkheden: dus 'man' of 'vrouw'. Plaats jij je genderidenteit niet onder 1 van deze 2 termen dan ben je 'non-binair*'. Het sterretje bij non-binair wordt toegevoegd om naar personen te verwijzen van wie de identeit niet onder een bepaalde categorie valt.
  • CSD: Afkorting voor Christopher Street Day. Zoals aan het begin van de tekst vermeld, verwijst deze viering naar een gebeurtenis in New York waarbij leden van de LGTBQIA+ gemeenschap zich verzetten tegen gewelddadige razzia's van de politie. Naar aanleiding van die gebeurtenissen vinden elk jaar betogingen, events en parades plaats die door de LGBTQIA+ community georganiseerd worden. In ons land kennen wij deze verwijzing onder de benaming 'Pride' of 'Gay Pride'.
  • Homofobie: Alles gaande van het afwijzen, discrimineren en het gebruik van geweld tegenover mensen met een homoseksuele geaardheid. Het begrip heeft minder te maken met angst en meer met vijandigheid tegenover personen die homoseksueel of lesbisch van aard zijn of een andere seksuele voorkeur hebben. Hetzelfde geldt voor bifobie, wat te maken heeft met de afwijzijng van mensen van biseksuele geaardheid en transfobie, wat gericht is tegen personen uit de trans*groep. De oorzaak voor homofobie ligt meestal in vooroordelen en stereotypes die het gevolg zijn van heteronormatieve denkbeelden in een maatschappij. Zo kan het gebeuren dat het woord 'homo' als belediging voor zowel heteroseksuele als queere mensen gebruikt wordt die niet 'aan een bepaalde norm voldoen'. Oorzaken voor vijandigheid tegenover homoseksuelen kunnen naast binaire denkbeelden ook te wijten zijn aan seksistische overtuigingen of opvattingen vanuit een bepaalde religie.
  • Transitie: Een transitie duidt op een vaak langdurig proces. Wat de trans*groep betreft, verwijst het naar het erkennen van een persoon dat hij of zij trans* is, waarna er meestal een moment van 'outing' volgt en waaropvolgend er al naar gelang de persoonlijke voorstelling verdere stappen ondernomen worden om de eigen genderidentiteit meer tot uiting te laten komen. Veelal gaat het daarbij om sociale, lichamelijke of juridische wijzigingen. Daartoe behoren bijvoorbeeld het innemen van hormonen, het ondergaan van een geslachtsaanpassende operatie, een aanpassing van de voornaam of een wijziging van de burgerlijke staat. Dat is echter niet steeds het geval. Er zijn ook heel wat trans*-personen die maar enkele van deze stappen ondernemen of die besluiten helemaal niets te veranderen. Tenslotte ligt de beslissing steeds bij de persoon zelf. Dit proces hoeft daarom ook geen vooraf bepaald einde te hebben.
  • Veelvuldige discriminatie: Zoals de benaming het al zegt, gaat het bij veelvuldige discriminatie over het feit dat mensen deel uitmaken van verschillende gemarginaliseerde groepen en in het dagelijkse leven meervoudig gediscrimineerd worden. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om trans*-personen die ook homo- of biseksueel zijn, maar ook om queere mensen die vanwege hun afkomst, huidskleur of taal met discriminatie te maken krijgen. Ook hier is het belangrijk voor plaatsen te zorgen waar bijvoorbeeld leden van de queere BIPoC-gemeenschap (Black, Indigenous en People of Color) veilig kunnen samenkomen, want helaas is meervoudige discriminatie van deze groepen nog steeds erg actueel, zeker omdat ze zowel te maken kunnen krijgen met homofobie als met racisme.
  • Regenboogfamilie: Onder een ‘regenboogfamilie’ begrijpen we een familie waarvan de ouders lesbisch of homoseksueel zijn. Maar het kan ook gaan om families met trans*ouders, gezinnen waar er meer dan twee ouders zijn of families waarbij er personen zijn die zonder dat er sprake is van een liefdesrelatie instemmen met co-ouderschap. De term ‘regenboogfamilie’ kan dus verwijzen naar iedere onconventionele gezinssamenstelling
  • Heteronormativiteit: De wijdverbreide aanname dat ons biologische en ons sociaal-culturele geslacht overeenstemmen en we in een binair geslachtssysteem ingedeeld kunnen worden; namelijk man of vrouw. Daarbij wordt ook heteroseksualiteit als iets 'normaals' gezien en vaak als superieur aan andere seksuele oriëntaties beschouwd. Denk maar aan kleding, toiletten, omkleedruimtes en noem maar op; allemaal worden ze op basis van deze twee categorieën ingedeeld. Bij afwijkend gedrag word je verdrongen, gediscrimineerd of in sommige culturen zelfs wettelijk vervolgd. Bovendien wordt ‘mannelijkheid’ ook nog steeds vaak boven vrouwelijkheid geplaatst.
  • Ally/Straight Ally: Allies zijn heteroseksuele cisgenderpersonen die de LGBTQIA+ gemeenschap ondersteunen en zich uitdrukkelijk uitspreken tegen homofobie, bifobie en transfobie. Ze hebben niet noodzakelijk zelf te maken met discriminatie op basis van hun identiteit of voorkeuren maar ondersteunen de LGTBQ+ gemeeschap actief en zetten zich in voor bewustwording en gelijke rechten

6 tips voor allies - Zo ondersteun je de queer-gemeenschap

Je identificeert jezelf niet als lid van de LGBTQIA+ gemeenschap, maar je bent tegen discriminatie en je wilt graag een steentje bijdragen? Dan ben je een ally. Wanneer queer-personen met problemen te maken hebben, kan je in jouw geval het gevoel hebben dat je niet goed op de hoogte bent en dat je dus weinig kan doen. Maar dat hoeft niet per se het geval te zijn. De ernst van de situatie inzien, is al een eerste belangrijke stap en ook jij kan je stem gebruiken om iets te veranderen. Hier zijn 6 tips die je als ally al een eindje op weg kunnen helpen:
  1. Luisteren in plaats van te praten. Wanneer mensen uit je omgeving over hun ervaringen als LGTBQIA-persoon praten, luister dan naar hen en neem hen serieus. Vaak wil je als luisteraar ook een bijdrage doen en over eigen ervaringen spreken; betroffenen hebben echter in dit geval vaak een heel ander perspectief. Hier kan het dus beter zijn om je gewoon open te stellen en te luisteren.
  2. Herken privileges. Als cisgender en heteroseksueel persoon geniet je van meer voordelen dan personen uit een minderheidsgroep in de samenleving zoals leden van de LGTBQIA+ gemeenschap. Wanneer je je daarvan bewust bent, kan je deze positie net gebruiken om je in te zetten voor de belangen van diegenen die problemen ervaren en gediscrimineerd worden.
  3. Breid je kennis uit. 'Scientia potentia est' ofwel 'kennis is macht': We kennen de spreuk allemaal. Hoe meer je op de hoogte bent van de verschillende oriëntaties die er zijn en hoe meer je weet over maatschappelijke wantoestanden, hoe beter je in staat bent om ook zelf in te grijpen en anderen te helpen. Het kan ook gebeuren dat je zelf op grond van onwetendheid, desinformatie of de eigen socialisering en opvoeding geïnternaliseerde vooroordelen tegenover verschillende groepen van mensen hebt ontwikkeld die ongerechtvaardigd zijn. Informeer jezelf daarom uitgebreid over maatschappelijke thema's zodat je gaten in je kennis kan opvullen en je eigen vooroordelen uit de weg kan ruimen. Ben je goed op de hoogte, dan kan je ook zelf actief aan het discours deelnemen. Sta dan ook steeds open voor aanwijzingen of feedback van queer-vrienden.
  4. Leer van je fouten. Iedereen maakt fouten en zoals vermeld leven we vaak in onwetenheid over diverse problematieken of hebben we een verkeerde voorstelling over dingen waar we eigenlijk helemaal niet veel over weten. Probeer je dus bewust te zijn van je eigen vooroordelen en tracht deze te overwinnen. Heb je vrienden met vooroordelen? Veroordeel hen dan niet meteen. In een tolerante, bewuste maatschappij is het niet nuttig mensen te bekritiseren voor vroegere ideeën en meningen. Integendeel, wanneer anderen zichzelf ontwikkelen en proberen hun kennis uit te breiden en zich open te stellen voor nieuwe meningen en inzichten, dan moet je hen net ondersteunen
  5. Kom in actie. Help betroffenen wanneer je merkt dat ze het slachtoffer zijn van discriminatie of pesterijen. Is een bepaalde situatie precair? Haal hen dan zo snel mogelijk uit deze situatie. Het is daarbij niet per se noodzakelijk de dader meteen te confronteren, want ook je eigen veiligheid is van belang. Wat je ook kan doen, is juist zelf een veilige plek te creëren waar ze heen kunnen gaan. Ook online kan je opkomen voor mensen uit de queer-gemeenschap wanneer je ziet dat zij het mikpunt zijn van cyberpesterijen. Ben je getuige van beledigende reacties en commentaren? Doe dan melding.
  1. Kom op voor je meningNet omdat je je als cisgender in een bevoorrechte positie bevindt, is het belangrijk je actief te uiten tegen discrimatie en ook anderen bewuster te maken. Dat geldt ook wanneer er geen queer-persoon in de buurt is of betrokken is bij de situatie. Hoeveel mensen kwamen niet al eens in een situatie terecht waarin een andere persoon een queer-vijandelijke opmerking maakte of kwetsende uitspraken deed? Vaak ben je op zo'n moment de kluts even kwijt en weet je niet meteen hoe te reageren. Toch is het op zulke momenten net bijzonder belangrijk je stem te verheffen en te laten merken dat deze uitspraken niet door de beugel kunnen. Licht de betreffende persoon in dat bepaalde grappen ongepast zijn, grijp in bij pesterijen en corrigeer vrienden of familie wanneer ze verkeerde pronomina gebruiken bij de verwijzing naar queer-personen. Ook als heteroseksuele cisgender kan je in je onlineprofielen aangeven met welk pronomen (hem/haar/zij) je wenst aangesproken te worden, om het gebruik van gender-pronomina te normaliseren
Bovendien zijn er nog andere tips die je erbij kunnen helpen leden van de LGBTQIA+ gemeenschap te ondersteunen:
  • Stel mensen die je niet kent geen vragen over hun privéleven, vooral niet wat hun genderidentiteit of seksuele voorkeur betreft. Voor sommigen ligt het namelijk erg gevoelig over hun coming-out of 'vroegere' namen (ook wel 'deadnames') te praten. Stel jezelf daarvoor de vraag hoe je het zou vinden over seksuele voorkeuren of andere persoonlijke details uitgevraagd te worden. Net als homoseksuele persoon komt het dan namelijk vaak voor dat je het gevoel hebt je voor je geaardheid te moeten rechtvaardigen. Erken dus dat het voor queer-personen lastig kan zijn wanneer je hen deze vragen stelt.
  • Heb je vrienden, vriendinnen of collega's waarvan je weet dat ze queer zijn, vertel dit dan nooit verder aan anderen zonder dat je daar hun uitdrukkelijke toestemming voor gekregen hebt.
  • Leer je iemand nieuws kennen, ga er dan niet zomaar van uit dat deze persoon heteroseksueel is. Ook dat is namelijk een vorm van heteronormativiteit
  • Vraag betroffenen of je iets voor hen kan doen en hoe je hen het best kan ondersteunen. Ze vertellen je er zeker en vast graag meer over.

Bij ons valt er altijd wel iets te lezen.

Vind hier meer spannende blogartikelen en ontdek onze persoonlijke favorieten

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang 5 euro korting*

*Je kunt je korting met de kortingscode verzilveren in je winkelmandje. De code kan niet worden gebruikt voor bestellingen die al zijn geplaatst en is niet geldig in combinatie met andere kortingsacties. De code is geldig bij een minimale besteding van 49 euro. Je vindt hem in de bevestigingsmail van de nieuwsbrief.